De laatste kisten met aardappels en spruitjes gingen pakweg 25 jaar geleden naar de supermarkt. Die tijd komt nooit meer terug. Nu gaan de flessen wijn rechtstreeks naar de consument en de horeca. “Ik ben de 4e generatie op dit bedrijf”, vertelt Johan van de Velde. “En daar ben ik supertrots op.” Samen met zijn vriendin Paula runt hij Wijnhoeve De Kleine Schorre. “Wij proberen topkwaliteit te maken. Het is de enige manier om Nederlandse wijnen aan de man te brengen. Klanten moeten terugkomen. Elk jaar willen we het een beetje beter doen. Meer willen we niet. Nou ja, een paar weekjes vakantie…”
Johan ging naar de middelbare landbouwschool. Hij droomde ervan om het bedrijf van zijn ouders over te nemen. “Maar de situatie in de landbouw was toen ook al onzeker.” Op z’n krukken beent hij met grote stappen over het parkeerterrein. De hulpmiddelen confronteren hem nog even met z’n fanatieke inzet tijdens een potje voetbal. Aan de rand van het parkeerterrein blijft hij staan en wijst in de verte. “Daar in dat huisje op de dijk woont onze buurman Frits. Hij heeft mijn vader er met de nodige jenever van overtuigd om te onderzoeken of wijnbouw een optie voor ons zou kunnen zijn.”
Kleinere oogst
De weersomstandigheden en de bodem aan de rand van het Zeeuwse dorpje Dreischor bleken heel geschikt voor wijnbouw. “We hebben nooit problemen met droogte, maar ook niet met nattigheid. De bodem is super.” Maar dit jaar is alles anders. “Het is extreem. In het voorjaar bleef door de langdurige regen hier en daar water staan. Het hagelde, het vroor en het stormde.” De conclusie ligt voor de hand. “De oogst wordt kleiner dit jaar.” Er is niets nieuws onder de zon. “Vroeger in de landbouw was dat ook al zo. Het went.”
Onder invloed
“Natuurlijk zitten we ’s avonds ook weleens te huilen als het hagelt of stormt. Maar de volgende dag is het voorbij. Dan doen we er alles aan om de wijn weer goed te krijgen. Dat is wat dit werk zo leuk maakt. Elk jaar is anders. Ik moet er niet aan denken om werk aan de lopende band te doen. Daar is niets aan.” Nadat de familie ‘onder invloed’ de koers verlegde, moest Johan een aanvullende opleiding volgen. “Kennis van wijnbouw hadden we niet. Helemaal niet. Ik had zelfs nog nooit een druivenstok gezien. Ik heb 3 jaar rondgelopen bij het Luxemburgse domein Cep d’Or.”
Slechte spruitjes
Daar werd Johan besmet met de passie voor wijn. “Ik was gefocust op aardappels en spruitjes, maar in onze genen zat altijd al de wens om een kwaliteitsproduct op de markt te brengen. Als ik bij andere spruitjesboeren werkte, zag ik dat de kratjes met slechte spruitjes onderop de pallet terechtkwamen. Dat zag de keurmeester niet. Hij zag alleen de goeie spruitjes bovenop. Aan dat soort praktijken deden wij nooit mee. Ik heb meegekregen dat het belangrijk is dat je goeie spullen aflevert. Dat is de enige manier om klanten vast te houden.”
Marokkaanse boontjes
“Nu bepalen supermarkten en handelaren al wat volgend jaar de prijs van een product is, ongeacht het aanbod. Meestal zit die prijs rond de kostprijs, soms er net onder en soms er net boven. Ik heb meegemaakt dat een grote supermarkt na 2 jaar het contract verbrak. Dan heb je net al je investeringen gedaan en dan blijken de boontjes uit Marokko goedkoper.” Dat wil Johan nooit meer. “Nu heb ik alles in eigen hand. Als Gall & Gall nu belt, dan zeg ik: ‘Haha, zoek maar een ander!’ Nee, daar begin ik never nooit meer aan.”
Handen vol
Johan kan zich niet ongemerkt over het enorme terrein van De Kleine Schorre verplaatsen. Daarvoor maakt hij te veel kabaal. Het getik van z’n krukken is al mijlenver hoorbaar. Hij neemt ons mee naar een perceel aan de achterzijde. “Deze uitbreiding realiseerden we in 2020. Dit stuk ligt lekker in de luwte. Hier hebben we geen stormschade.” De wijngaarden aan twee kanten van de doorgaande weg hebben nu een oppervlakte van maar liefst 14 hectare. “Daar hebben we onze handen vol aan. Het is mee dan genoeg zo.” Op dit perceel heeft hij een proefveld ingericht. Daar monitort hij nieuwe druivenrassen, zoals de cabernet blanc en souvignier gris.
Belangrijk criterium
Bij de start van het domein in 2001 maakte Johan samen met Cep d’Or een selectie van witte druivenrassen. “Ik heb hier ook een aantal stokken pinot noir staan, maar we gaan hier echt geen rode wijn maken. Die ambitie heb ik niet. In een tabelletje houd ik wel bij hoe de pinot noir het hier doet. Misschien komt er ooit een moment dat het wel kan.” Een belangrijk criterium bij de keuze van druivenrassen was dat ze goed matchen met de Zeeuwse zilte zaligheden, schaal- en schelpdieren en vis. Johan glimt van trots. “Dat was van begin af aan ons handelsmerk.”
Slimme keuze
“Onze wijnen moeten te combineren zijn met lokale producten: lokaal met lokaal, duurzaam en lekker. Elk wijngebied heeft z’n eigen charme. Je moet niet overal hetzelfde willen maken. Ik wil me onderscheiden.” Een slimme keuze, ook vanuit marketingperspectief. Het pakte goed uit. Bij deze aanpak horen witte en klassieke druivenrassen, zoals auxerrois, pinot blanc, pinot gris en rivaner. “Rivaner is de Franse benaming voor müller-thurgau. Die naam heb ik meegekregen vanuit Luxemburg en die heb ik vastgehouden. Het was ooit een nieuw druivenras, voortgekomen uit kruisingen.”
Souvignier gris
Dit jaar bottelde Johan voor het eerst een wijn van de nieuwe souvignier gris. “Dat doe ik met het oog op de toekomst. Wij zijn hier toch een beetje de grondlegger van een nieuw wijngebied. Nu is het nog niet zover, maar over pakweg 20 jaar is wijnbouw hier in Zeeland en in de rest van Nederland heel normaal. Ik heb meegewerkt aan een film om Nederlandse wijnboeren te inspireren om over te stappen op wijnbouw. Nieuwe druivenrassen kunnen daarbij een belangrijke rol spelen.” Johan is zich bewust van de controverse over klassieke en nieuwe druivenrassen. “Maar wij trekken ons eigen plan.”
Zeeuwse zeebries
“Ik had helemaal niet verwacht dat we nu al iets konden doen met de souvignier gris, maar we hebben wel ons best gedaan. Het resultaat was verrassend goed. Zonde om te blenden! Het is niet veel, maar genoeg om de mensen er alvast warm voor te laten lopen. Hij is gewoon super lekker.” Daar is wijnjournalist Hubrecht Duijker het mee eens. “Bij het eerste slokje kreeg ik terstond trek in een tweede.” Hij proefde in de Souvignier Gris 2023 “de frisheid van een Zeeuwse zeebries. Heel smakelijk, met schakeringen van licht gekruide frisse en milde citrus en een hint van gebrande noten.”
Klassiek georiënteerd
“We hebben goed rondgekeken bij collega’s in het buitenland, die al 20 jaar met nieuwe druivenrassen bezig zijn. Nee, niet in Nederland. Hoe gaan jullie ermee om? Hoe zijn de wijnen? Welke gisten gebruik je? Op basis daarvan hebben we een plan gemaakt. De Kleine Schorre blijft klassiek georiënteerd, maar met het oog op de toekomst willen we ontdekken wat het is. Van de 14 hectare hebben we er nu 1 met nieuwe rassen aangeplant.” Johan relativeert de begrippen nieuw en klassiek. “Het ontwikkelen van een nieuw druivenras duurt 30 jaar en het duurt 130 jaar voordat een ras aanzien heeft.”
Boel besodemieteren
“Rivaner is ooit gekruist uit riesling. Auxerrois uit pinot blanc. En ga zo maar door. Souvignier gris is gewoon een nieuwkomer. En dan kunnen ze wel aankomen met hybride of piwi. Natuurlijk, het zijn rassen die ook wat ziekteresistentie hebben meegekregen, maar is dat de boel besodemieteren? Ik denk het niet. Juist voor zo’n nieuw ras moet je extra goed je best doen om zo’n wijn goed in de markt te zetten. Het mag niet als een tweederangs keuze op de markt komen. Als we bij de auxerrois 20% van de trossen verwijderen, dan halen we bij de souvignier gris 40 tot 50% weg.”
Mooie wisselwerking
“Dat is een rotwerk. Maar als je extract en diepgang wil hebben moet je dat doen. Dat is bij oude rassen zo, maar bij nieuwe nog veel meer.” We lopen verder naar een ander deel van het ‘gemengde bedrijf’. De Kleine Schorre is namelijk een wijndomein met een ‘recreatietak’. “De camping is ongeveer net zo oud als de wijngaard.” Er is een mooie wisselwerking tussen die twee. “Mensen komen naar de camping en proeven onze wijn in het restaurant en kopen het in de winkel.” Johan en Paula investeren fors in de kwaliteit van het recreatiebedrijf. “De komende 5 oogsten zijn alweer uitgegeven.”
Vierkante kisten
Op de camping komt het thema ‘wijn’ overal terug. Bij een aantal kampeerplaatsen is luxe privé-sanitair. De Kleine Schorre biedt 3 vakantiewoningen aan. “De huisjes hebben de vorm van wijnvaten. Er komen nog 3 huisjes bij. Dat zijn wijnkisten. Het was best lastig om de ronde wijnvaten in te richten. De vierkante vorm van de kisten is wat praktischer.” De Kleine Schorre heeft 3 vaste medewerkers voor de camping en de winkel en 5 voor het wijndomein. “Nu zijn dat er 15, omdat we in de zomermaanden in een piek zitten. Bij de oogst helpen veel vrijwilligers.”
Sfeervol restaurant
En dan is er ook nog het restaurant. Het is vandaag rustig in de grote en sfeervolle ruimte. De meeste mensen zitten buiten. “Dit is ons proeflokaal. Hier zijn we in 2004 al begonnen met proeverijen. Toen kregen we al snel de vraag naar lunches, feesten en partijen. Dat werd te veel voor ons. Na de mislukte samenwerking met een aantal uitbaters, stapten Guus en zijn vrouw hier binnen. ‘Mogen wij het eens proberen?’ Sindsdien is het of ik hen en de mensen van hun team al m’n hele leven ken. Het gaat supergoed. Guus is ook sommelier en draagt z’n steentje bij aan het wijnmaakproces.”
Uitbreiding wijnmakerij
Naast het restaurant loopt Johan naar een gesloten deur van een van de ‘schuren’. Hij tobt wat met z’n krukken en de sleutel. “Houd jij de deur even open?” Binnen staat een hele serie hoge rvs-tanks. Dicht op elkaar. De barriques vallen amper op. “Hier in de wijnmakerij begint het voor ons pas. De wijn maak je voor 80% in de wijngaard, maar hier kun je het helemaal verknallen. Als je niet weet waar je mee bezig bent, komt er niets van terecht.” De Kleine Schorre is elk jaar goed voor ongeveer 100.000 flessen. “Ik heb nu eindelijk vergunning om hier een stuk aan te bouwen. Dan verdubbelen we de oppervlakte van de wijnmakerij.”
Niet rendabel
“Niet omdat we dat meteen nodig hebben, maar met het oog op de toekomst. Ik zeg nu wel dat we niet verder uitbreiden, maar dat riep ik 5 jaar geleden ook.” De mousserende wijnen maakt hij niet in de eigen wijnmakerij. Die gaan naar Luxemburg. “Tot aan 30.000 flessen is het niet rendabel om dat hier te doen.” De KLM schenkt in de Businessclass al 18 jaar wijnen van De Kleine Schorre. Dat laat zien dat de wijnen uit Zeeland al heel snel veel waardering kregen. Toch had Johan zelf pas 10 jaar later het gevoel dat hij het ‘kunstje’ onder de knie had. “Dit zijn onze wijnen, zeiden we toen.”
Eigen stijl
Nu ziet hij dat hij sindsdien nog verder is gegroeid. “In het begin zaten we zo’n beetje elke week in Luxemburg. De adviezen namen we klakkeloos over. ‘Dit lijkt wel verdraaid veel op de Luxemburgse stijl’, zeiden mensen dan als ze onze wijnen proefden. Dat soort reacties horen we nu niet meer. We hebben echt een eigen stijl ontwikkeld. Onze wijnen liggen altijd lang op de gist. Tenminste tot de Kerst, soms wel tot januari of februari. Daarna nog een poosje op de fijne gist. In maart filteren en in april blenden. Uiteindelijk gaan ze in mei de fles in.”
Onderlinge handel
Ondanks de forse productie moet Johan vaak ‘nee’ verkopen. “Bijna niemand snapt dat de wijn een keer opraakt. Kijk, een Franse wijn kun je blijven bestellen. In grote wijngebieden is er veel onderlinge handel in druiven. Kom je tekort? Dan koop je druiven bij je buurman! Hier lukt dat niet. In theorie kunnen we druiven uit de hele provincie gebruiken, maar er is niemand die druiven over heeft. Wij moeten het doen met de druiven die ons eigen domein oplevert. Daar zit een einde aan. Vorige jaar kon ik m’n grote klanten ongeveer de helft geven van het volume waar ze om vroegen. Omdat de jonge aanplant nu wat begint op te leveren, krijg ik de komende jaren weer wat lucht.”
Geen concurrentie
Die krapte herkennen veel wijnboeren in Nederland. “Voor goeie spullen is de vraag groter dan het aanbod. Toch zijn er ook wijnboeren die echt wel voorraad hebben. Het is natuurlijk niet voor niets dat er relatief weinig wijngaarden in Nederland zijn. Je moet dondersgoed weten waar je mee bezig bent. Dit jaar is echt een uitdaging. Gelukkig wordt het aantal slechte wijnen steeds kleiner. De kennis neemt toe. Ik geloof niet zo in concurrentie. Het komt erop aan dat we samen goeie wijnen maken en de naam van Nederlandse wijn versterken.”