Het online domein van de Nederlandse wijn
Rosé Nederlandse bodem

Hoe smaakt rosé van Nederlandse bodem?

De zomer is in aantocht. Eindelijk! De weerprofeten verwachten dat de temperatuur volgende week oploopt naar bijna 30°C. Rosé en zomerse temperaturen horen een beetje bij elkaar. Daarom proeven we de komende weken 10 x rosé van Nederlandse bodem. De roots van deze zomerwijn liggen in het zonnige zuiden van La douce FranceDe Fransozen zochten iets lekkers voor onder de parasol met een link naar rode wijn, hun nationale trots. Onze zomers zijn weliswaar minder warm dan die in Zuid-Frankrijk, maar rosé is ook hier een populaire zomerdrank. Hoe smaakt rosé van Nederlandse bodem?

We beginnen 10 x rosé met een korte introductie over de zomerwijn. Rosé is populair. Over de hele wereld drinken we met z’n allen steeds meer rosé, van bijna 20 miljoen hectoliter in 2002 tot bijna 24 miljoen hectoliter in 2019. En in Nederland zijn we helemaal verzot op de frisse zomerdrank. Maar liefst 13% van de wijnen die wij naar binnen slaan, is een rosé.

Tafellaken en servet

Intussen zit rosé nog steeds een beetje tussen tafellaken en servet, rood en wit. Is het wel een serieuze wijn? Trendsetter is op dit moment de rosé uit de Provence, licht roze van kleur en floraal en fruitig van smaak. Die focus op één type rosé legt de Provence geen windeieren. De rosé is ronduit goed en ook betaalbaar. Dat maakt ‘m razend populair. Gelukkig zijn er ook andere stijlen op de markt. Er is iets te kiezen.

Pinot noir

Dat geldt ook voor Nederlandse rosé, die er is in diverse kleurschakeringen en stijlen. Hij wordt gemaakt van klassieke en nieuwe druivenrassen. Druiven die amper kleur afgeven, maar wel veel sap en zuurtjes, zijn bij uitstek geschikt voor het maken van rosé. Denk aan de pinot noir. De meeste wijnboeren vinden het zonde om deze klassieker niet voor het maken van rode wijn te gebruiken. Dat is in Nederland gelukkig anders, onder andere omdat de druif soms niet voldoende tijd krijgt om te rijpen. Het levert een prachtige rosé op!

Rosé Nederlandse bodem

Pressurage direct

De kleur van rosé zit ergens tussen rood en wit. Dat zegt al een heleboel over de manier waarop de wijn gemaakt wordt. Rosé maak je van blauwe druiven. Dat zeggen de puristen. Toch kom je rosé van zowel blauwe als witte druiven tegen. De Provence is bij uitstek de wijnregio van de rosé. Daar maken de meeste wijnboeren hun wijn met de pressurage direct.

Licht en subtiel

In goed Nederlands noemen we dit de witte methode. Het is de manier waarop de wijnboeren ook witte wijn maken. Meteen na de oogst persen ze de druiven. Langzaam en  zacht, zodat er niet te veel kleur van de schil in het sap terechtkomt. De macération of inwekingstijd van de schillen is vrij kort. Maximaal een paar uur. Dat maakt de rosé uit de Provence licht van kleur en geeft hem een subtiele smaak. In de Anjou en Touraine is de inwekingstijd iets langer, maximaal 12 uur.   

Saignée

De meest gehanteerde methode voor het maken van rosé is de rode methode. Op z’n Frans: saignée. Deze methode passen wijnmakers in bijvoorbeeld de Bordeaux toe. De druiven belanden met schil en al in de gistingstank, zoals bij het maken van rode wijn. In de tank krijgen de schillen tot 48 uur de tijd om hun kleur aan het sap mee te geven. Als de kleur naar de zin van de wijnmaker is, laat hij het sap lekken of weglopen. Dat noemen we saigner of bloeden. Deze methode zorgt voor een krachtigere rosé.

Mengen

Er is nóg een manier om rosé te maken: rode wijn mengen met witte wijn. De kleur van deze wijnen is ook roze, maar de smaak is totaal anders. Minder complex. Het contact met de schillen voegt namelijk niet alleen kleur toe, maar geeft de wijn ook z’n body. De wijnmaker beslist wanneer de kleur, de body en het smaakprofiel in balans zijn. Het mengen van rode en witte wijn is in Europa verboden. Er is 1 uitzondering en dat is rosé champagne.

Blanc de noir

Meestal worden druiven voor het maken van rosé ietsjes eerder geoogst. Dan hebben ze wat minder alcohol en meer zuurtjes. Het is dé manier om rosé à  la Provence te maken, lichtroze en lekker fris. De duur van het schilcontact en het druivenras bepalen uiteindelijk de kleur. De wijnboeren uit de Provence zetten de toon. Dat zorgde voor een internationale trend om de zomerwijn steeds lichter van kleur te maken. Soms is het daarom meer een blanc de noir dan een rosé.

Rosé Nederlandse bodem

Twentewijn

Door hun focus op het maken van rosé nam de kennis en technische vaardigheid in de Provence enorm toe. Alles draait om het maken van rosé. Probeer als Nederlandse wijnboer dan maar eens een concurrerende rosé te maken! Dat is blijkbaar niet onmogelijk. In het internationale Rosé Wijnconcours van Perswijn was de rosé van Twentewijn vorig jaar in de categorie onder de 10 euro goed voor een derde plaats. En hoeveel rosé van Nederlandse bodem zou er ingezonden zijn…? Er is nog veel meer rosé uit eigen land die je smaakpapillen opvrolijkt.

Koelen

Rosé drink je meestal jong, al vanaf zo’n 5 maanden tot 1 á 2 jaar na de oogst. Om de wijn fris en fruitig te houden moet de bewaartemperatuur in de wijnkelder rond de 15°C blijven. Tip: bewaar een gesloten fles niet in de koelkast, maar koel hem wel in de koelkast. In pakweg 3 uur zit je dan op de gewenste serveertemperatuur van 8 tot 10°C. Hoe smaakt rosé van Nederlandse bodem? We gaan het de komende 10 weken ontdekken!

Terug naar boven