Nederlandse wijnboeren maken kwaliteitswijnen. Dat kun je zien aan een keurmerk op het etiket. De wijnwetgeving voorziet in 2 verschillende keurmerken. Dat zijn de Beschermde Geografische Aanduiding (BGA) en de Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB). Een wijn krijgt niet zomaar een keurmerk. De inhoud van de fles moet aan strenge voorwaarden voldoen. Dat schrikt wijnboeren niet af. Ze maken maar wat graag een kwaliteitswijn.
De 2 keurmerken BGA en BOB komen niet uit de lucht vallen. Het zijn equivalenten van keurmerken in andere Europese landen, zoals de Franse appellations. Een doorgewinterde wijndrinker let daarop. Hij kijkt naar het etiket. Daar staat in kleine lettertjes Appellation d’Origine Protégée op. Kortweg AOP. En meestal volgt daaronder in grote letter de naam van de regio. Het is het bewijs dat je geen slobberwijn in handen hebt. Voorheen was de aanduiding Appellation d’Origine Contrôlée. Beter bekend als AOC.
Appellatie is een verouderde juridische term. Keurmerk is de vlag die de lading misschien wel het beste dekt. Het draait bij appellaties namelijk om het garanderen en beschermen van het unieke karakter van wijnen. Dat gebeurt door het vastleggen van kwaliteitseisen. Nederland heeft sinds enige tijd dus twee algemene appellaties: BGA en BOB. Wijnmakers die hun wijnen een beschermde status willen geven, kunnen zo’n keurmerk aanvragen. Daarvoor moeten ze bij de Europese Commissie zijn. De aanvraag loopt via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Na goedkeuring door de Europese Commissieworden publiceert de RVO de regels en voorschriften voor de specifieke BGA of BOB.
De internationale wijnwereld kent een ratjetoe aan regels en voorschriften. Er is geen chocola van te maken. Gelukkig zijn er binnen de Europese Unie centrale afspraken gemaakt. Het doel is om de authenticiteit en de kwaliteit van wijn te beschermen. De Nederlandse wijnwetgeving heeft dus een Europese basis. Die is vastgelegd in de Regeling wijn en olijfolie. Deze regeling is sinds 1 juli 2014 van kracht. De afspraken zijn bindend. Dat betekent dat alle wijnmakers en wijnhandelaren in de EU zich eraan moeten houden. Landen mogen er wel een schepje bovenop doen. De nationale wijnwetgeving mag strenger zijn dan de Europese basis. Buiten de EU hanteert elk land z’n eigen regels en voorschriften. Maar zodra buitenlandse wijnen worden ingevoerd, moeten ze aan de wijnwetgeving binnen de EU voldoen.
Het gebeurde in 1985. Oostenrijk was in de ban van een groot wijnschandaal. Het gerucht ging dat er antivries in de wijnen zat. Dat moest ze meer body geven. Het was geen antivries. Maar het kwaad was geschied. De wijnwetgeving in Oostenrijk was al streng. Het land kon alleen met de strengste regels ter wereld een nieuwe start maken. Er mocht geen twijfel bestaan over de echtheid van de Oostenrijkse wijnen.
De wijnboeren werden gek van de administratieve rompslomp. Maar de strenge wijnwetgeving deed wonderen. Oostenrijk was de Europese revelatie van de jaren ’90. De Oostenrijkse wijnen maken het verschil met een heel eigen smaak en een geweldige kwaliteit. Eigenzinnig wit (70%) en verrassend rood (30%). De belangrijkste witte druivenrassen zijn grüner veltliner en riesling. De belangrijkste rode blauer zweigelt, blaufränkisch en sint laurent.
Er staat in Oostenrijk 60.000 hectare aan wijngaarden. Het land produceert pakweg 1% van de wereldproductie aan wijn. Daarmee staat het op de 18e plek. De wijnboeren hebben meestal maar heel kleine wijngaarden van 1 á 1,5 hectare. Er is veel aandacht en ambacht. De wijngaarden vind je in het oosten en noordoosten. Het gaat om Niederösterreich, Burgenland en Steiermark. De rest van het land is te bergachtig.
De Regeling wijn en olijfolie bevat veel regels voor de wijnbouw en de wijnbereiding. Dat laatste noemen we met een duur woord vinificatie. Die regels zijn in het belang van de maker en de consument. In Europa mogen wijnmakers alleen druivenrassen van de soort Vitus vinifera gebruiken. Of van een kruising van de Vitus vinifera met een andere soort. Binnen de geografische begrenzing wordt dat verder aangescherpt. Dan worden ook de toegestane druivenrassen benoemd. Daarnaast zijn er lijsten met geaccepteerde bestrijdingsmiddelen. En voor het werk in de kelder gelden ook strenge regels. Een wijnmaker mag niet zomaar hulpstoffen toevoegen aan de wijn. Soms is dat wel nodig, maar dan bepalen de regels de maximale dosering. Bijvoorbeeld als het gaat om gekweekte gist.
In de Europese wijnwetgeving onderscheiden we 3 kwaliteitscategorieën: 1 categorie zonder herkomstaanduiding en 2 met herkomstaanduiding. In Nederland zijn dat de BGA en BOB. Bovenop deze Europese basisaanduidingen hebben de grote Europese wijnlanden nog aanvullende keurmerken, zoals Grosse Lage in Duitsland of Grand Cru in Frankrijk. In de piramide van kwaliteitswijnen staan de wijnen zonder herkomstaanduiding onderaan. En de wijnen met een BOB bovenaan. Wijnen zonder herkomstaanduiding werden vroeger tafelwijn genoemd. Dat zijn eenvoudige wijnen. Er gelden amper regels voor. Druiven uit het hele land mogen erin verwerkt worden. Daarom noemen de Fransen zo’n wijn een Vin de France.
Wijnen met druiven uit een specifiek gebied komen in aanmerking voor een BGA of BOB. Deze keurmerken moeten de herkomst van de wijn garanderen. En beschermen. Dat gebeurt door eisen te stellen aan de wijnproductie. In de wijngaard en in de kelder. Een BGA-wijn moet om te beginnen gemaakt zijn van druivenrassen die in Nederland verbouwd zijn. De RVO publiceert een lijst met toegestane rassen in Nederland. Bovendien moet 85% uit het beschreven geografische gebied komen. Het herkomstgebied van de druiven is groter dan bij een BOB-wijn. Wijnmakers hebben ook wat meer ruimte om druivenrassen te gebruiken die van origine niet uit de regio komen. In de regels en voorschriften van de BGA staat overigens wel heel precies aangegeven wat is toegestaan en wat niet. 78% van alle Nederlandse wijnen was in 2018 een BGA-wijn. De gangbare benaming ervoor is landwijn. Elke Nederlandse provincie heeft een BGA:
De Franse evenknie van de BGA is de Indication Géographique Protégée (IGP). De IGP noemt een Fransman Vin de Pays. En een Duitser noemt zijn Geschützte Geografische Angabe meestal gewoon Landwein.
BOB is de hoogste kwaliteitsaanduiding in de piramide. De regels en voorschriften gaan nog een paar stappen verder dan bij BGA-wijnen. Kenmerken van een regio geven een wijn een uniek karakter. Dat wil de BOB borgen en beschermen. De Franse equivalent van de BOB is de Appellation d’Origine Protégée (AOP). De AOP bepaalt bijvoorbeeld tot in detail hoe champagne gemaakt moet worden. Dat gaat verder dan de geografische begrenzing. Het productieproces moet aan allerlei concrete voorwaarden voldoen. Van specifieke snoeimethodes en een maximale opbrengst per hectare tot aan de exacte duur van de 2e gisting en de rijping. De BOB kent vergelijkbare regels. Er zijn inmiddels 9 Nederlandse wijnregio’s met een BOB. De laatste regio die de felbegeerde Europese erkenning kreeg is Twente:
De BOB Ambt Delden ging in 2024 op in de BOB Twente.
Een wijnmaker kan bijna al z’n creativiteit botvieren op het etiket. Helaas maakt hij daar niet altijd gebruik van. Een wijn verdient een etiket waar aandacht aan is besteed. De wijnwetgeving stelt maar een beperkt aantal voorwaarden aan het etiket. Een aantal zaken moet verplicht vermeld worden:
Chinezen zijn een kei in het maken van nep. Eerst leek alleen de buitenkant op het origineel. Maar inmiddels is de namaak soms beter dan het origineel. Ook van binnen. Chinezen weten hoe ze een economische vinger in de pap moeten krijgen. Toch gaan ze soms buiten hun boekje. Op de grootste en oudste wijnbeurs van het land gingen nepwijnen als dure Bordeaux over de toonbank. Dat pikten de Franse wijnboeren niet.
Inmiddels is Kuifje gesignaleerd op de Chengdu Wine and Food Fair. Hij speurt tussen de stands van 100.000 wijnimporteurs en wijnkopers naar nepwijnen. Met instemming van de Chinese overheid. Dat is een overwinning van de Fransen en een keerpunt in de oorlog tegen namaak. Soms is het een fluitje van een cent om nep van echt te onderscheiden. Dan staat er Margot op het etiket. In plaats van Margaux. Maar meestal is het ingewikkelder.
De Chinezen hebben hun lesje geleerd. Ze weten hoe ze wijn moeten maken. Dat doen ze vooral in fabrieken. Maar er zijn ook ambachtelijke wijnboerderijen, zoals Silver Heights. In 2007 produceerde het bedrijf nog 3000 flessen. Nu zijn het er 30.000. Ongeveer 20% is voor de export. Chinese wijnboeren dromen van een herhaling van een blinde proeverij in 1976. Toen Californische wijnboeren de Fransen het nakijken gaven. Het gaat razendsnel in China.
Voor de vermelding van andere zaken geldt een verbod, zoals een gezondheidsclaim. Een wijnproducent mag dus niet vermelden dat 2 glazen wijn per dag hart- en vaatziekten voorkomen. De wijnwetgeving geeft de wijnproducent verder alle ruimte. Het vermelden van onderstaande zaken is zijn eigen keuze: