Het online domein van de Nederlandse wijn
solaris druif druivenras

Solaris

In de stamboom van de solaris kom je de klassiekers pinot gris en riesling tegen. Dan moet je wel ver teruggaan. De solaris rolde na een hele serie kruisingen in 1975 uit het laboratorium. De directe voorouders zijn de merzling en geisenheim 6493, waarvan naam en nummer verwijzen naar een kruising tussen de saperavi severnyi en de muscat ottonel.

Synoniemen
De naam solaris verwijst naar de zon, omdat de druif nog in de zomer rijpt. Alternatieve namen voor dit nieuwe druivenras zijn er (nog) niet. Vanwege z’n gunstige eigenschappen gebruiken wetenschappers het ras graag voor nieuwe kruisingen.

Herkomst
De roots van de solaris liggen voor een belangrijk deel in het laboratorium. De Duitse wetenschapper Norbert Becker ontwikkelde de druif in het Staatliches Weinbau Institut in Freiburg. In 2010 stond er 86 hectare van de solaris in wijnaarden over de hele wereld, vooral in Duitsland en Nederland. In Baden-Baden is pakweg 40 hectare aangeplant. Actuele cijfers zijn er niet. De druif staat ook in België, Engeland, Zweden en Zwitserland.

De wijngaard

Domeinen in koele regio’s planten de solaris aan, want het is een sterke groeier die vroeg rijp is. Hij loopt vroeg uit. Dat is niet alleen een voordeel. Het maakt de solaris gevoelig voor late nachtvorst.

De druif ontwikkelt meer dan genoeg suikers, terwijl de zuren en de structuur behouden blijven. Dat maakt hem een ideale druif voor noordelijk gelegen wijngaarden, maar helaas ook een smakelijke prooi voor vogels en wespen. Het is noodzakelijk om de druiven met fijnmazige netten te beschermen tegen wespenvraat.

De schil van de solaris is nogal zacht. Dat vergroot het risico op rotting. Hij is een sterke groeier. Dat betekent dat de uitlopers in razend tempo alle kanten opgroeien. De scheuten laten zich moeilijk leiden. Het is voor een goede opbrengst noodzakelijk dat er voldoende verticale en vruchtdragende scheuten zijn. Daar heeft de wijnboer z’n handen vol aan.

De kelder

De wijnboeren maken vooral droge wijnen van de solaris. Hij leent zich ook prima voor het maken van een dessertwijn. Dankzij de suikers kan dat op een natuurlijke manier. Omdat de smaak van de wijn een beetje vlak is, verwerken wijnmakers hem graag in een blend. Bijvoorbeeld met de johanniter.

Rijping
De wijnen van de solaris lenen zich goed voor houtopvoeding.

Druif druivenras solaris

Het glas

De kleur van de Solaris is strogeel. Het is een stevige en volle wijn met fruitige aroma’s. Denk aan ananas, appel, perzik, kweepeer en vlierbloesem. Daarnaast kom je ook florale smaken tegen, zoals gras en paardenbloemen. En amandel, hazelnoten en karamel. Met een vleugje honing. De aroma’s zijn niet heel erg uitgesproken. Eerder vlak.

De wijnen van de solaris zijn vaak licht vettig, zoals je dat ook tegenkomt bij een volle chardonnay. Ze hebben meestal een relatief hoog alcoholpercentage.

De combinatie

De wijnen van de solaris zijn breed inzetbaar. Ze hebben de fruitigheid van de chardonnay en de milde zuren van de johanniter. Daardoor doen ze het goed in combinatie met vette vis, zoals zalm. En ze komen goed uit de verf in gerechten met varkensvlees, bijvoorbeeld uit de Aziatische keuken. Het licht vettige en frisse karakter past ook goed bij gerechten met avocado.

De keuring

De solaris is een populaire druif in Nederland, vooral boven de grote rivieren. Na de johanniter en souvignier gris is het de meest aangeplante druif. Een vergelijking met wijnen uit het buitenland is er nauwelijks gemaakt. De kwaliteit van Nederlandse wijnen van of met de solaris is in orde, dat bevestigen keuringen in Duitsland en Oostenrijk.

Producenten
Mooie wijnen: Aan de Breede Beek (Nijkerk), Groot Maarslag (Mensingeweer), Hof van Twente (Bentelo), Reestlandhoeve (Balkbrug). Topwijnen: Terra Ceuclum (Cuijk), Wijngaard Hesselink (Winterswijk).

Terug naar boven